Avis juridique important
ARREST VAN HET HOF VAN 9 NOVEMBER 1983. - ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN TEGEN SPA SAN GIORGIO. - (" TERUGVORDERING WEGENS ONVERSCHULDIGDE BETALING - DOORBEREKENING IN DE PRIJS VAN GOEDEREN VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT GEHEVEN BELASTINGEN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNALE TE TRENTE). - ZAAK NO. 199/82.
Jurisprudentie 1983 bladzijde 03595
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00963
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00389
Finse bijz. uitgave bladzijde 00373
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . PREJUDICIELE VRAGEN - VERWIJZING NAAR HOF - RECHT DAT TOEKOMT AAN ELKE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE - STAND VAN PROCEDURE VOOR NATIONALE RECHTER - AARD VAN DOOR NATIONALE RECHTER TE GEVEN BESLISSING - IRRELEVANT
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 177 , TWEEDE ALINEA )
2 . GEMEENSCHAPSRECHT - RECHTSTREEKSE WERKING - MET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBARE NATIONALE BELASTINGEN - TERUGBETALING - MODALITEITEN - TOEPASSING VAN NATIONAAL RECHT - GRENZEN
3 . GEMEENSCHAPSRECHT - RECHTSTREEKSE WERKING - MET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBARE NATIONALE BELASTINGEN - TERUGBETALING - MODALITEITEN - TOEPASSING VAN NATIONAAL RECHT - VOORWAARDEN - INAANMERKINGNEMING VAN EVENTUELE AFWENTELING VAN BELASTING - TOELAATBAARHEID
4 . GEMEENSCHAPSRECHT - RECHTSTREEKSE WERKING - MET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBARE NATIONALE BELASTINGEN - TERUGBETALING - MODALITEITEN - TOEPASSING VAN NATIONAAL RECHT - VOORWAARDEN - REGELS BETREFFENDE BEWIJS VAN NIET-AFWENTELING DOOR BELASTINGPLICHTIGE - ONTOELAATBAARHEID - CRITERIA
1 . ELKE RECHTERLIJKE INSTANTIE VAN DE LID-STATEN HEEFT HET RECHT OM ZICH KRACHTENS ARTIKEL 177 TOT HET HOF TE WENDEN , ONGEACHT DE STAND VAN HET BIJ DIE RECHTERLIJKE INSTANTIE AANHANGIGE GE DING EN DE AARD VAN DE DOOR HAAR TE GEVEN BESLISSING .
2 . HET RECHT OP TERUGBETALING VAN NATIONALE HEFFINGEN DIE EEN LID-STAAT IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT HEEFT TOEGEPAST , IS HET UITVLOEISEL EN HET COMPLEMENT VAN DE RECHTEN DIE DE JUSTITIABELEN ONTLENEN AAN DE GEMEENSCHAPSBEPALINGEN DIE HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ALS DOUANERECHTEN RESPECTIEVELIJK DISCRIMINERENDE TOEPASSING VAN BINNENLANDSE BELASTINGEN VERBIEDEN . TERUGBETALING KAN WELISWAAR SLECHTS WORDEN GEVORDERD ONDER DE MATERIELE EN FORMELE VOORWAARDEN DIE DOOR DE ONDERSCHEIDEN NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN TERZAKE ZIJN VASTGESTELD , DOCH DEZE MOGEN NIET ONGUNSTIGER ZIJN DAN DIE VOOR GELIJKSOORTIGE NATIONALE VORDERINGEN EN ZIJ MOGEN NIET VAN DIEN AARD ZIJN , DAT ZIJ DE UITOEFENING VAN DE DOOR DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE VERLEENDE RECHTEN PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN .
3 . HET GEMEENSCHAPSRECHT VERZET ZICH ER NIET TEGEN , DAT HET NATIONALE RECHT DE TERUGGAAF VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN UITSLUIT WANNEER DIT TOT EEN ONGEGRONDE VERRIJKING VAN DE RECHTHEBBENDEN ZOU LEIDEN . VANUIT GEMEENSCHAPSRECHTELIJK OOGPUNT BESTAAT ER DUS GEEN BEZWAAR TEGEN , DAT DE RECHTER OVEREENKOMSTIG ZIJN NATIONALE RECHT REKENING HOUDT MET DE MOGELIJKHEID DAT ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN IN DE PRIJS VAN DE GOEDEREN ZIJN DOORBEREKEND EN ALDUS OP DE KOPERS AFGEWENTELD . NATIONALE WETTELIJKE BEPALINGEN DIE DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOE GEPASTE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN UITSLUITEN , WANNEER VASTSTAAT DAT DEGENE DIE ZE HEEFT MOETEN BETALEN , ZE DAADWERKELIJK OP ANDEREN HEEFT AFGEWENTELD , ZIJN DAN OOK IN BEGINSEL NIET STRIJDIG TE ACHTEN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .
4 . BEWIJSREGELS DIE TOT GEVOLG HEBBEN DAT HET PRAKTISCH ONMOGELIJK OF UITERST MOEILIJK WORDT OM TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN TE VERKRIJGEN , ZIJN ONVERENIGBAAR MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , OOK WANNEER DE TERUGBETALING VAN DE MEESTE OF ZELFS VAN ALLE IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE NATIONALE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN AAN DEZELFDE RESTRICTIEVE VOORWAARDEN IS ONDERWORPEN .
DIT GELDT MET NAME VOOR VERMOEDENS OF BEWIJSREGELS DIE DE BEWIJSLAST , DAT DE ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN NIET OP ANDEREN ZIJN AFGEWENTELD , BIJ DE CONTRIBUABELE LEGGEN , OF VOOR BIJZONDERE BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT DE VORM VAN HET TE LEVEREN BEWIJS , ZOALS DE UITSLUITING VAN ALLE NIET-SCHRIFTELIJKE BEWIJSMIDDELEN . IS DE ONVERENIGBAARHEID VAN DE HEFFING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT EENMAAL VASTGESTELD , DAN MOET DE RECHTER VRIJ ZIJN IN ZIJN BEOORDELING VAN DE VRAAG OF DE FISCALE LAST GEHEEL OF GEDEELTELIJK OP ANDEREN IS AFGEWENTELD .
IN ZAAK 199/82 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE PRESIDENTE ISTRUTTORE VAN HET TRIBUNALE TE TRENTE , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN
EN
SPA SAN GIORGIO , GEVESTIGD TE MILAAN , EXPLOITANTE VAN EEN MELKFABRIEK TE LOCATE TRIULZI ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING TOT VASTSTELLING VAN DE VERDRAGSBEGINSELEN DIE GELDEN VOOR DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE NATIONALE HEFFINGEN , EN VAN DE DRAAGWIJDTE VAN VERORDENING NR . 1430/79 VAN DE RAAD VAN 2 JULI 1979 BETREFFENDE TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN IN- OF UITVOERRECHTEN ( PB L 175 VAN 1979 , BLZ . 1 ), IN VERBAND MET NATIONALE WETTELIJKE BEPALINGEN WAARBIJ BEPAALDE VOORWAARDEN WORDEN GESTELD VOOR DE TERUGBETALING VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE SANITAIRE KEURINGSRECHTEN ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 23 JULI 1982 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 5 AUGUSTUS DAAROPVOLGENDE , HEEFT DE PRESIDENTE ISTRUTTORE VAN HET TRIBUNALE TE TRENTE KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG ENKELE PREJUDICIELE VRAGEN GESTELD MET BETREKKING TOT DE BEGINSELEN VAN HET EEG-VERDRAG , DIE GELDEN VOOR DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN , ALSMEDE OVER DE UITLEGGING VAN VERORDENING NR . 1430/79 VAN DE RAAD VAN 2 JULI 1979 BETREFFENDE TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN IN- OF UITVOERRECHTEN ( PB L 175 VAN 1979 , BLZ . 1 ).
2 BLIJKENS DE PROCESSTUKKEN HEEFT DE VENNOOTSCHAP SAN GIORGIO , VERZOEKSTER IN HET HOOFDGEDING , VAN 1974 TOT 1977 SANITAIRE KEURINGSRECHTEN MOETEN BETALEN DIE IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT WERD GEHEVEN BIJ DE INVOER VAN ZUIVELPRODUKTEN UIT LID-STATEN VAN DE EEG .
3 NADAT SAN GIORGIO VOOR HET TRIBUNALE TE TRENTE TERUGBETALING VAN DE BETROKKEN BEDRAGEN HAD GEVORDERD , HEEFT DE PRESIDENT VAN DEZE RECHTBANK , IN HET KADER VAN EEN PROCEDURE TOT VERKRIJGING VAN EEN RECHTERLIJK BEVEL TOT BETALING , DE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN GELAST , EEN BEDRAG VAN LIT 65 160 585 AAN SAN GIORGIO TERUG TE BETALEN , EN MACHTIGING VERLEEND TOT VOORLOPIGE TENUITVOERLEGGING VAN DIT BEVEL .
4 DE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN DEED VERZET TEGEN HET BEVEL VAN DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNALE EN VERZOCHT OM OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING ERVAN . DAARTOE BERIEP ZIJ ZICH OP ARTIKEL 10 VAN BESLUITWET NR . 430 VAN 10 JULI 1982 , HOUDENDE BEPALINGEN INZAKE DE PRODUKTIEBELASTING , DE BELASTING OP HET VERKEER VAN AARDOLIEPRODUKTEN , DE DIRECTE BELASTINGEN , DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN DE DESBETREFFENDE SANCTIES ( GURI NR . 190 VAN 13 . 7 . 1982 ). DIT ARTIKEL LUIDT ALS VOLGT :
' ' DEGENE DIE , OOK VOOR DE INWERKINGTREDING VAN DIT BESLUIT , ONVERSCHULDIGD INVOERRECHTEN , PRODUKTIEBELASTINGEN , VERBRUIKSBELASTINGEN OF STAATSRECHTEN HEEFT BETAALD , HEEFT , BEHOUDENS FEITELIJKE DWALING , GEEN RECHT OP TERUGBETALING VAN DE BETAALDE BEDRAGEN INDIEN DE LAST OP ENIGERLEI WIJZE IS AFGEWENTELD OP DERDEN .
BEHOUDENS SCHRIFTELIJK TEGENBEWIJS WORDT DE LAST GEACHT TE ZIJN AFGEWENTELD TELKENS WANNEER DE GOEDEREN WAAROP DE BETALING BETREKKING HEEFT , ZIJN VERKOCHT , OOK NA BEWERKING , VERWERKING , AFWERKING , ASSEMBLAGE OF AANPASSING .
. . . ' '
5 NADAT SAN GIORGIO DE VERENIGBAARHEID VAN DEZE BEPALINGEN MET DE BEGINSELEN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT IN TWIJFEL HAD GETROKKEN , HEEFT DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNALE , GELET OP DE ' ' ERNST ' ' VAN DE GEMAAKTE OPMERKINGEN EN HUN BELANG VOOR DE BESLISSING OP HET VERZOEK OM OPSCHORTING VAN DE VOORLOPIGE TENUITVOERLEGGING , HET HOF VERZOCHT OM EEN UITSPRAAK OVER DE VOLGENDE VRAGEN :
1 . TER VERDUIDELIJKING EN , EVENTUEEL , TER AANVULLING VAN ZIJN RECHTSPRAAK , MET NAME DE ARRESTEN VAN 27 MAART 1980 ( ZAAK 61/79 , DENKAVIT ), 10 JULI 1980 ( ZAAK 811/79 , ARIETE ) EN 10 JULI 1980 ( ZAAK 826/79 , MIRECO ) BEHAGE HET HET HOF HET VOLGENDE TE PRECISEREN :
A ) IS EEN NATIONALE WET DIE ( IN AFWIJKING VAN DE ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TERUGVORDERING VAN HET ONVERSCHULDIGD BETAALDE ) DE TERUGBETALING VAN BEPAALDE RECHTEN ( WAARONDER MET NAME RECHTEN VOOR SANITAIRE KEURINGEN ), DIE ALS HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ALS DOUANERECHTEN ONVERSCHULDIGD ZIJN BETAALD OMDAT ZIJ IN STRIJD ZIJN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT , AFHANKELIJK STELT VAN HET BEWIJS DAT ZIJ NIET OP DERDEN ZIJN AFGEWENTELD , DOCH DIE DEZE VOORWAARDE NIET STELT VOOR DE TERUGBETALING VAN ALLE ANDERE ONVERSCHULDIGD BETAALDE BELASTINGEN , RECHTEN OF HEFFINGEN , TE BESCHOUWEN ALS DISCRIMINATOIR EN ONVERENIGBAAR MET DE BEGINSELEN VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT? IS DAARBIJ DE OMSTANDIGHEID VAN BELANG , DAT DE IN GENOEMDE WET BEDOELDE RECHTEN IN DE PRAKTIJK ENKEL ONVERSCHULDIGD ZIJN BETAALD OMDAT ZIJ IN STRIJD ZIJN MET EEN GEMEENSCHAPSVOORSCHRIFT?
B)WORDT DOOR HET SCHRIFTELIJKE NEGATIEVE BEWIJS , DAT KRACHTENS BEDOELDE NATIONALE WET DE ENIGE VOORWAARDE IS VOOR DE TERUGBETALING VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE RECHTEN , ' ' DE UITOEFENING VAN DE RECHTEN DIE DE NATIONALE RECHTERS MOETEN HANDHAVEN , PRAKTISCH ONMOGELIJK GEMAAKT ' ' ?
2.IS PER 1 JULI 1980 , DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN ' S RAADS VERORDENING ( EEG ) NR . 1430/79 VAN 2 JULI 1979 BETREFFENDE TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN IN- OF UITVOERRECHTEN , DIE VOLGENS ARTIKEL 1 , LID 2 , VAN TOEPASSING IS OP DOUANERECHTEN EN HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING , VOOR HET EERST EEN GEMEENSCHAPSREGELING INGEVOERD DIE DE TERUGBETALING VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE RECHTEN REGELT ZONDER EEN UITZONDERING TE MAKEN VOOR HET GEVAL DE LAST OP ANDERE RECHTSSUBJECTEN IS AFGEWENTELD? MOET AAN DEZE REGELING DE VOORRANG WORDEN GEGEVEN BOVEN ELKE OUDERE DAN WEL JONGERE NATIONALE WET?
6 BESLUITWET NR . 430 , DIE VAN KRACHT WAS TOEN DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNALE ZICH TOT HET HOF WENDDE , IS NIET IN WET OMGEZET ; NAGENOEG DEZELFDE BEPALINGEN ALS DIE VAN ARTIKEL 10 ZIJN LATER ECHTER OPGENOMEN IN ARTIKEL 19 VAN BESLUITWET NR . 688 VAN 30 SEPTEMBER 1982 , HOUDENDE DRINGENDE MAATREGELEN MET BETREKKING TOT DE BELASTINGONTVANGSTEN , OMGEZET IN WET NR . 873 VAN 27 NOVEMBER 1982 ( GURI NRS . 270 VAN 30 . 9 . 1982 EN 328 VAN 29 . 11 . 1982 ). DEZE BEPALING LUIDT ALS VOLGT :
' ' EENIEDER DIE , OOK VOOR DE INWERKINGTREDING VAN DIT BESLUIT , ONVERSCHULDIGD INVOERRECHTEN , PRODUKTIEBELASTINGEN , VERBRUIKSBELASTINGEN OF STAATSRECHTEN HEEFT BETAALD , HEEFT RECHT OP TERUGBETALING VAN DE BETAALDE BEDRAGEN INDIEN HIJ MET SCHRIFTELIJKE BEWIJSSTUKKEN KAN AANTONEN DAT DE LAST NIET OP ENIGERLEI WIJZE OP DERDEN IS AFGEWENTELD , BEHOUDENS FEITELIJKE DWALING .
HET IN DE VOORGAANDE ALINEA BEDOELDE SCHRIFTELIJKE BEWIJS MOET EVENEENS WORDEN GELEVERD INDIEN DE GOEDEREN WAAROP DE BETALING BETREKKING HEEFT , NA BEWERKING , VERWERKING , AFWERKING , ASSEMBLAGE OF AANPASSING ZIJN VERKOCHT .
DE ONTVANKELIJKHEID
7 DE ITALIAANSE REGERING BETWIST DE ONTVANKELIJKHEID VAN DE VRAGEN , DIE DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNALE TIJDENS DE PRELIMINAIRE FASE VAN HET GEDING AAN HET HOF HEEFT GESTELD . ZIJ VOERT AAN , DAT IN EEN PROCEDURE TOT VERKRIJGING VAN EEN RECHTERLIJK BEVEL TOT BETALING EEN VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING NIET TOELAATBAAR IS , OMDAT HET IN DE TWEEDE ALINEA VAN ARTIKEL 177 BEDOELDE VONNIS NIET DOOR DE ' ' PRESIDENTE ISTRUTTORE ' ' WORDT GEWEZEN , MAAR DOOR HET TRIBUNALE ALS COLLEGE .
8 HET HOF HERINNERT TE DEZEN AAN ZIJN VASTE RECHTSPRAAK , VOLGENS WELKE ELKE RECHTERLIJKE INSTANTIE VAN DE LID-STATEN HET RECHT HEEFT OM ZICH KRACHTENS ARTIKEL 177 TOT HET HOF TE WENDEN , ONGEACHT DE STAND VAN HET BIJ DIE RECHTERLIJKE INSTANTIE AANHANGIGE GEDING EN DE AARD VAN DE DOOR HAAR TE GEVEN BESLISSING ( ZIE INZONDERHEID DE ARRESTEN VAN 14 . 12 . 1971 , ZAAK 43/71 , POLITI , JURISPR . 1971 , BLZ . 1039 ; 21 . 2 . 1974 , ZAAK 162/73 , BIRRA DREHER , JURISPR . 1974 , BLZ . 210 ; EN 28 . 6 . 1978 , ZAAK 70/77 , SIMMENTHAL , JURISPR . 1978 , BLZ . 1453 ).
9 OP DIT PUNT MOET WORDEN VASTGESTELD , DAT ZOWEL HET BEVEL , DOOR DE PRESIDENT VAN HET TRIBUNALE GEGEVEN IN HET KADER VAN EEN PROCEDURE TOT VERKRIJGING VAN EEN RECHTERLIJK BEVEL TOT BETALING , ALS DE BESLISSING OVER EEN MOGELIJKE OPSCHORTING VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN DAT BEVEL NA HET DOOR DE ADMINISTRATIE VAN DE STAATSFINANCIEN DAARTEGEN GEDAAN VERZET , BEHOREN TOT DE IN ARTIKEL 177 , TWEEDE ALINEA , EEG-VERDRAG BEDOELDE HANDELINGEN .
10 DE PRELIMINAIRE EXCEPTIE VAN DE ITALIAANSE REGERING IS MITSDIEN ONGEGROND .
DE EERSTE VRAAG
11 MET DE EERSTE VRAAG WENST DE VERWIJZENDE RECHTER IN WEZEN TE VERNEMEN , OF EEN LID-STAAT DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE NATIONALE HEFFINGEN AFHANKELIJK KAN STELLEN VAN HET BEWIJS DAT DIE HEFFINGEN NIET OP ANDERE PERSONEN ZIJN AFGEWENTELD ,
- INDIEN DE TERUGBETALING AFHANGT VAN BEWIJSREGELS DIE DE UITOEFENING VAN DOOR DE NATIONALE RECHTER TE HANDHAVEN RECHTEN PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN ,
-INDIEN DIEZELFDE RESTRICTIEVE VOORWAARDEN NIET GELDEN VOOR DE TERUGBETALING VAN ALLE ANDERE ONVERSCHULDIGD BETAALDE NATIONALE BELASTINGEN , RECHTEN OF HEFFINGEN .
12 DAAROMTRENT MOET VOOREERST WORDEN OPGEMERKT , DAT HET RECHT OP TERUGBETALING VAN HEFFINGEN DIE EEN LID-STAAT IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT HEEFT TOEGEPAST , HET UITVLOEISEL EN HET COMPLEMENT IS VAN DE RECHTEN DIE DE JUSTITIABELEN ONTLENEN AAN DE GEMEENSCHAPSBEPALINGEN DIE HEFFINGEN VAN GELIJKE WERKING ALS DOUANERECHTEN RESPECTIEVELIJK DISCRIMINERENDE TOEPASSING VAN BINNENLANDSE BELASTINGEN VERBIEDEN . TERUGBETALING KAN WELISWAAR SLECHTS WORDEN GEVORDERD ONDER DE MATERIELE EN FORMELE VOORWAARDEN DIE DOOR DE ONDERSCHEIDEN NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN TERZAKE ZIJN VASTGESTELD , DOCH DEZE MOGEN VOLGENS ' S HOFS VASTE RECHTSPRAAK NIET ONGUNSTIGER ZIJN DAN DIE VOOR GELIJKSOORTIGE NATIONALE VORDERINGEN EN ZIJ MOGEN NIET VAN DIEN AARD ZIJN , DAT ZIJ DE UITOEFENING VAN DE DOOR DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE VERLEENDE RECHTEN PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN ( ZIE DE ARRESTEN VAN 16 . 12 . 1976 , ZAKEN 33/76 , REWE , EN 45/76 , COMET , JURISPR . 1976 , BLZ . 1989 EN 2043 ; 27 . 2 . 1980 , ZAAK 68/79 , JUST , JURISPR . 1980 , BLZ . 501 ; 27 . 3 . 1980 , ZAAK 61/79 , DENKAVIT ITALIANA , IBID ., BLZ . 1205 ; EN 10 . 7 . 1980 , ZAKEN 811/79 , ARIETE , EN 826/79 , MIRECO , IBID ., BLZ . 2545 EN 2559 ; DE LAATSTE DRIE BESLISSINGEN WERDEN DOOR DE VERWIJZENDE RECHTER AANGEHAALD ).
13 GELIJK HET HOF IN EERDERE UITSPRAKEN EVENEENS HEEFT ERKEND - MET NAME IN VOORNOEMD ARREST VAN 27 FEBRUARI 1980 ( JUST ) - , VERZET HET GEMEENSCHAPSRECHT ZICH ER ECHTER NIET TEGEN , DAT HET NATIONALE RECHT DE TERUGGAAF VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN UITSLUIT WANNEER DIT TOT EEN ONGEGRONDE VERRIJKING VAN DE RECHTHEBBENDE ZOU LEIDEN . VANUIT GEMEENSCHAPSRECHTELIJK OOGPUNT BESTAAT ER DUS GEEN BEZWAAR TEGEN , DAT DE RECHTER OVEREENKOMSTIG ZIJN NATIONALE RECHT REKENING HOUDT MET DE MOGELIJKHEID DAT ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN IN DE PRIJS VAN DE GOEDEREN ZIJN DOORBEREKEND EN ALDUS OP DE KOPERS AFGEWENTELD . NATIONALE WETTELIJKE BEPALINGEN DIE DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN UITSLUITEN , WANNEER VASTSTAAT DAT DEGENE DIE ZE HEEFT MOETEN BETALEN , ZE DAADWERKELIJK OP ANDEREN HEEFT AFGEWENTELD , ZIJN DAN OOK IN BEGINSEL NIET STRIJDIG TE ACHTEN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT .
14 BEWIJSREGELS DIE TOT GEVOLG HEBBEN DAT HET PRAKTISCH ONMOGELIJK OF UITERST MOEILIJK WORDT OM TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN TE VERKRIJGEN , ZOUDEN DAARENTEGEN WEL MET HET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBAAR ZIJN . DIT GELDT MET NAME VOOR VERMOEDENS OF BEWIJSREGELS DIE DE BEWIJSLAST , DAT DE ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN NIET OP ANDEREN ZIJN AFGEWENTELD , BIJ DE CONTRIBUABELE LEGGEN , OF VOOR BIJZONDERE BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT DE VORM VAN HET TE LEVEREN BEWIJS , ZOALS DE UITSLUITING VAN ALLE NIET-SCHRIFTELIJKE BEWIJSMIDDELEN . IS DE ONVERENIGBAARHEID VAN DE HEFFING MET HET GEMEENSCHAPSRECHT EENMAAL VASTGESTELD , DAN MOET DE RECHTER VRIJ ZIJN IN ZIJN BEOORDELING VAN DE VRAAG OF DE FISCALE LAST GEHEEL OF GEDEELTELIJK OP ANDEREN IS AFGEWENTELD .
15 IN EEN OP VRIJE MEDEDINGING GEBASEERDE MARKTECONOMIE BLIJFT BIJ DE VRAAG OF EN IN HOEVERRE EEN AAN DE IMPORTEUR OPGELEGDE FISCALE LAST DAADWERKELIJK OP DE OPVOLGENDE SCHAKELS IN DE ECONOMISCHE KRINGLOOP IS AFGEWENTELD , STEEDS ENIGE ONZEKERHEID BESTAAN DIE NIET SYSTEMATISCH MAG WORDEN AANGEREKEND AAN DEGENE DIE EEN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT STRIJDIGE HEFFING HEEFT MOETEN BETALEN .
16 VOORTS VRAAGT DE NATIONALE RECHTER HET HOF , OF EEN RESTRICTIEVE REGELING VOOR DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN VERENIGBAAR IS MET DE BEGINSELEN VAN HET EEG-VERDRAG , WANNEER ZIJ NIET OP DEZELFDE WIJZE WORDT TOEGEPAST TEN AANZIEN VAN ALLE ANDERE NATIONALE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN . IN DIT VERBAND VERWIJST HIJ NAAR DE ARRESTEN WAARIN HET HOF , NA TE HEBBEN VASTGESTELD DAT DE BETWISTING VAN ONWETTIG OPGEEISTE OF DE TERUGVORDERING VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE HEFFINGEN IN DE LID-STATEN EN ZELFS IN EEN EN DEZELFDE LID-STAAT VOOR DE ONDERSCHEIDEN SOORTEN BELASTINGEN EN HEFFINGEN VERSCHILLEND IS GEREGELD ( ZIE MET NAME HET ARREST-DENKAVIT ITALIANA VAN 27 . 3 . 1980 ), HEEFT BEKLEMTOOND DAT DE JUSTITIABE LEN DIE ZICH OP AAN HET GEMEENSCHAPSRECHT ONTLEENDE RECHTEN BEROEPEN , NIET MINDER GUNSTIG MOGEN WORDEN BEHANDELD DAN DEGENEN DIE SOORTGELIJKE , OP HET NATIONALE RECHT GEBASEERDE AANSPRAKEN DOEN GELDEN .
17 IN DIT VERBAND MOET WORDEN GEPRECISEERD , DAT HET DOOR HET HOF GEFORMULEERDE NON-DISCRIMINATIEVEREISTE NIET MAG WORDEN OPGEVAT ALS ZOU HET EEN RECHTVAARDIGING OPLEVEREN VOOR WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN DIE DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN , ZOLANG CONTRIBUABELEN DIE SOORTGELIJKE BEZWAREN DOEN GELDEN WEGENS MISKENNING VAN HET NATIONALE BELASTINGRECHT , MAAR DEZELFDE BEHANDELING TEN DEEL VALT . DE OMSTANDIGHEID DAT EEN MET HET GEMEENSCHAPSRECHT ONVERENIGBAAR VERKLAARDE BEWIJSREGELING INGEVOLGE WETSBEPALING EVENEENS GELDT MET BETREKKING TOT DE MEESTE OF ZELFS ALLE NATIONALE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN , IS DUS GEEN GROND OM DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE HEFFINGEN TE WEIGEREN .
18 MITSDIEN MOET OP DE EERSTE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT EEN LID-STAAT DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT TOEGEPASTE NATIONALE HEFFINGEN NIET AFHANKELIJK MAG STELLEN VAN HET BEWIJS DAT DIE HEFFINGEN NIET OP ANDEREN ZIJN AFGEWENTELD , INDIEN DAT BEWIJS MOET WORDEN GELEVERD VOLGENS REGELS DIE DE UITOEFENING VAN HET RECHT PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN ; DIT GELDT OOK WANNEER VOOR DE TERUGBETALING VAN ANDERE , IN STRIJD MET HET NATIONALE RECHT GEHEVEN BELASTINGEN , RECHTEN OF HEFFINGEN DEZELFDE RESTRICTIEVE VOORWAARDEN GELDEN .
TWEEDE VRAAG
19 IN DE TWEEDE PLAATS WORDT GEVRAAGD , OF VOOR DE MET DE EERSTE VRAAG OPGEWORPEN PROBLEMEN EEN OPLOSSING KAN WORDEN GEVONDEN IN VERORDENING NR . 1430/79 VAN DE RAAD VAN 2 JULI 1979 BETREFFENDE TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN IN- OF UITVOERRECHTEN ( PB L 175 VAN 1979 , BLZ . 1 ).
20 HET HOF WIL DE NATIONALE RECHTER EROP WIJZEN , DAT DEZE VERORDENING , DIE DE TERUGBETALING OF KWIJTSCHELDING VAN TEN ONRECHTE GEHEVEN IN- OF UITVOERRECH TEN REGELT , VOLGENS ARTIKEL 1 , LID 2 , ENKEL VAN TOEPASSNG IS OP DE RECHTEN , BELASTINGEN EN HEFFINGEN , DIE IN HET KADER VAN BEPAALDE GEMEENSCHAPSREGELINGEN ZIJN VASTGESTELD EN DOOR DE LID-STATEN VOOR REKENING VAN DE GEMEENSCHAP WORDEN GEIND . ALS ZODANIG IS DE VERORDENING NIET VAN TOEPASSING OP NATIONALE RECHTEN , BELASTINGEN EN HEFFINGEN , DIE EVENTUEEL IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT ZIJN OPGESTELD .
21 DE VERORDENING BEOOGT DUS WEL DE TERUGGAAF TE VERZEKEREN VAN ONVERSCHULDIGD BETAALDE COMMUNAUTAIRE LASTEN EN STELT TE DIEN EINDE EEN BIJZONDERE PROCEDURE IN , DOCH ZIJ IS NIET VAN TOEPASSING OP DE TERUGBETALING VAN NATIONALE HEFFINGEN .
KOSTEN
22 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR DE PRESIDENTE ISTRUTTORE VAN HET TRIBUNALE TE TRENTE BIJ BESCHIKKING VAN 23 JULI 1982 GESTELDE VRAGEN ,
VERKLAART VOOR RECHT :
EEN LID-STAAT MAG DE TERUGBETALING VAN IN STRIJD MET HET GEMEENSCHAPSRECHT GEHEVEN NATIONALE HEFFINGEN NIET AFHANKELIJK STELLEN VAN HET BEWIJS DAT DIE HEFFINGEN NIET OP ANDEREN ZIJN AFGEWENTELD , INDIEN DAT BEWIJS MOET WORDEN GELEVERD VOLGENS REGELS DIE DE UITOEFENING VAN HET RECHT PRAKTISCH ONMOGELIJK MAKEN , EN DIT ZELFS IN HET GEVAL DAT VOOR DE TERUG BETALING VAN ANDERE , IN STRIJD MET HET NATIONALE RECHT GEHEVEN BELASTINGEN , RECHTEN OF HEFFINGEN DEZELFDE RESTRICTIEVE VOORWAARDEN GELDEN .