Avis juridique important
ARREST VAN HET HOF (VIERDE KAMER) VAN 27 NOVEMBER 1985. - S. A. ROUSSEAU WILMOT TEGEN CAISSE DE COMPENSATION DE L'ORGANISATION AUTONOME NATIONALE DE L'INDUSTRIE ET DU COMMERCE (ORGANIC). - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET COUR D'APPEL TE DOUAI. - NATIONALE LASTEN BEREKEND OP HET BEDRAG VAN HET OMZETCIJFER. - ZAAK 295/84.
Jurisprudentie 1985 bladzijde 03759
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 01211
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00347
Finse bijz. uitgave bladzijde 00361
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
FISCALE BEPALINGEN - HARMONISATIE VAN WETGEVINGEN - OMZETBELASTING - GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER TOEGEVOEGDE WAARDE - BELASTINGEN DIE NIET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN - BEGRIP - BELASTING MET ALS GRONDSLAG TOTALE JAAROMZET , GEIND TEN BEHOEVE VAN STELSEL VAN SOCIALE ZEKERHEID
( RICHTLIJN NR . 77/388 VAN DE RAAD , ARTIKEL 33 )
HET BEGRIP ' ' BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN DIE NIET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN ' ' , BEDOELD IN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING , DAT DE LID-STATEN MACHTIGT BELASTINGEN DIE DIT KARAKTER NIET BEZITTEN TE HANDHAVEN OF IN TE VOEREN , MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DAARONDER VALT EEN HEFFING MET EEN NIET-FISCAAL KARAKTER , TEN LASTE VAN VENNOOTSCHAPPEN OF BEPAALDE CATEGORIEEN VAN VENNOOTSCHAPPEN EN TEN BEHOEVE VAN STELSELS VAN SOCIALE ZEKERHEID , EN WAARVAN DE GRONDSLAG WORDT GEVORMD DOOR DE TOTALE JAAROMZET NA BELASTING VAN DE ERAAN ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN .
IN ZAAK 295/84 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN DE COUR D ' APPEL TE DOUAI , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
ROUSSEAU WILMOT SA , TE CAUDRY ,
EN
CAISSE DE COMPENSATION DE L ' ORGANISATION AUTONOME NATIONALE DE L ' INDUSTRIE ET DU COMMERCE ( ORGANIC ), TE VALBONNE ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN ( NR . 77/388 ) VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING - GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE : UNIFORME GRONDSLAG ( PB 1977 , L 145 , BLZ . 1 ),
1 BIJ ARREST VAN 29 NOVEMBER 1984 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 10 DECEMBER DAARAANVOLGEND , HEEFT DE COUR D ' APPEL TE DOUAI KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN ( NR . 77/388 ) VAN DE RAAD VAN 17 MEI 1977 BETREFFENDE DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING - GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE : UNIFORME GRONDSLAG ( PB 1977 , L 145 , BLZ . 1 ).
2 DEZE VRAAG IS GEREZEN IN EEN GEDING TUSSEN ENERZIJDS ROUSSEAU WILMOT SA , IN FAILLISSEMENT , EN HAAR CURATOR EN ANDERZIJDS DE CAISSE DE COMPENSATION DE L ' ORGANISATION AUTONOME NATIONALE DE L ' INDUSTRIE ET DU COMMERCE ( ORGANIC ), DIE BELAST IS MET DE INNING VAN DE ' ' CONTRIBUTION SOCIALE DE SOLIDARITE ' ' ( SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE ) EN DE ' ' TAXE D ' ENTR ' AIDE ' ' ( BIJSTANDSHEFFING ). NADAT ORGANIC HAD VASTGESTELD DAT ROUSSEAU WILMOT DIE TWEE HEFFINGEN OVER 1981 NOG GEDEELTELIJK EN OVER 1982 NOG VOOR HET GEHEEL VERSCHULDIGD WAS , HEBBEN DE VENNOOTSCHAP EN HAAR CURATOR HET DOOR ORGANIC OVERGELEGDE BORDEREL BETWIST . NADAT HET TRIBUNAL DE COMMERCE TE CAMBRAI DIT BEROEP ONGEGROND HAD VERKLAARD , HEBBEN DE VENNOOTSCHAP EN HAAR CURATOR HOGER BEROEP INGESTELD .
3 VOOR DE COUR D ' APPEL BETOOGDE ROUSSEAU WILMOT , DAT DE SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE WERD BEREKEND OP DE GRONDSLAG VAN EEN PERCENTAGE ( 0,1% ) VAN DE OMZET , ZULKS OFSCHOON DE BEVOEGDHEID VAN DE LID-STATEN OM DERGELIJKE HEFFINGEN IN TE VOEREN OF TE HANDHAVEN , IS BEPERKT DOOR DE HARMONISATIE VAN DE WETGEVINGEN DER LID-STATEN INZAKE OMZETBELASTING . ZIJ BERIEP ZICH DAARBIJ INZONDERHEID OP ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN . ORGANIC VOERDE DAARTEGEN AAN , DAT DE SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE EN DE BIJSTANDSHEFFING BEDOELD ZIJN ALS AANVULLENDE FINANCIERING VAN STELSELS VAN SOCIALE ZEKERHEID , ZOALS DE OUDERDOMS- EN ZIEKTEVERZEKERING VOOR KOOPLIEDEN EN ZELFSTANDIGE AMBACHTSLIEDEN . HET ZOUDEN DERHALVE SOCIALE LASTEN ZIJN , TERWIJL ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN EEN ZUIVER FISCALE STREKKING HEEFT .
4 IN DIE OMSTANDIGHEDEN HEEFT DE NATIONALE RECHTER HET HOF VERZOCHT OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE VRAAG , OF ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN ALDUS MOET WORDEN UITGELEGD , DAT HET IN DE WEG STAAT AAN DE TOEPASSING VAN EEN REGELING VAN EEN LID-STAAT , WAARBIJ TEN LASTE VAN VENNOOTSCHAPPEN , OPENBARE BEDRIJVEN EN STAATSBEDRIJVEN EN TEN BEHOEVE VAN HET STELSEL VAN ZIEKTE- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING VOOR ZELFSTANDIGEN IN DE NIET-AGRARISCHE BEROEPEN EN DE STELSELS VAN OUDERDOMSVERZEKERING VOOR KOOPLIEDEN EN ZELFSTANDIGE AMBACHTSLIEDEN EEN SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE EN EEN BIJSTANDSHEFFING WORDEN INGESTELD , WAARVAN DE GRONDSLAG WORDT GEVORMD DOOR DE TOTALE JAAROMZET NA BELASTING VAN DE ERAAN ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN EN BEDRIJVEN .
5 ORGANIC , DE FRANSE REGERING EN DE COMMISSIE HEBBEN SCHRIFTELIJKE OPMERKINGEN INGEDIEND . ROUSSEAU WILMOT HEEFT ZICH TER TERECHTZITTING DOEN VERTEGENWOORDIGEN .
6 BLIJKENS HET DOSSIER IS DE SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE INGESTELD BIJ DE FRANSE VERORDENING NR . 67-828 ( JORF VAN 28 SEPTEMBER 1967 ) TEN GUNSTE VAN DE STELSELS VAN ZIEKTE- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING EN OUDERDOMSVERZEKERING VOOR ZELFSTANDIGEN IN DE NIET-AGRARISCHE BEROEPEN . SINDS DE FRANSE WET NR . 70-13 ( JORF VAN 6 JANUARI 1970 ) WORDT DE BIJDRAGE , BEHOUDENS BEPAALDE VRIJSTELLINGEN , GEHEVEN VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEEN HANDELSVENNOOTSCHAPPEN . HET IS EEN JAARLIJKSE BIJDRAGE WAARVAN HET TARIEF , DAT MAXIMAAL 0,1% VAN DE OMZET VAN DE VENNOOTSCHAP BEDRAAGT , BIJ DECREET WORDT BEPAALD . ZIJ WORDT NIET GEIND WANNEER DE OMZET MINDER DAN FF 500 000 BEDRAAGT . TEN AANZIEN VAN GESCHILLEN BETREFFENDE DE BIJDRAGE ZIJN DE DOOR DE CODE DE LA SECURITE SOCIALE AANGEWEZEN GERECHTEN BEVOEGD . DE BETALING VAN DE BIJDRAGE WORDT VERZEKERD DOOR EEN VOORRECHT OP DE ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN VAN DE DEBITEUR OVEREENKOMSTIG DE BEPALINGEN VAN VOORNOEMDE CODE .
7 DE BIJSTANDSHEFFING IS INGESTELD BIJ DE FRANSE WET NR . 72/657 ( JORF VAN 14 JULI 1972 ) TER FINANCIERING VAN STEUNMAATREGELEN TEN GUNSTE VAN BEPAALDE CATEGORIEEN VAN BEJAARDE KOOPLIEDEN EN AMBACHTSLIEDEN . DEZE HEFFING - GEVORMD DOOR EEN BEPAALDE FRACTIE VAN DE SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE - IS PER 31 DECEMBER 1984 AFGESCHAFT DOOR DE FRANSE WET NR . 84-1208 ( JORF VAN 31 DECEMBER 1984 ).
8 ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN LUIDT ALS VOLGT :
' ' ONVERMINDERD ANDERE COMMUNAUTAIRE BEPALINGEN VORMEN DE BEPALINGEN VAN DEZE RICHTLIJN GEEN BELETSEL VOOR DE HANDHAVING OF INVOERING DOOR EEN LID-STAAT VAN BELASTINGEN OP VERZEKERINGSOVEREENKOMSTEN EN OP SPELEN EN WEDDENSCHAPPEN , ALSMEDE VAN ACCIJNZEN , REGISTRATIERECHTEN EN , MEER IN HET ALGEMEEN , VAN ALLE BELASTINGEN , RECHTEN EN HEFFINGEN DIE NIET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN . ' '
9 HET ANTWOORD OP DE GESTELDE VRAAG HANGT DUS AF VAN DE VRAAG OF HEFFINGEN ALS DE SOCIALE SOLIDARITEITSBIJDRAGE EN DE BIJSTANDSHEFFING , WAARVAN DE HOOGTE WORDT BEPAALD DOOR DE OMZET VAN EEN VENNOOTSCHAP , HET KARAKTER VAN EEN OMZETBELASTING IN DE ZIN VAN DE ZESDE RICHTLIJN BEZITTEN .
10 ROUSSEAU WILMOT BETOOGT , DAT DE TWEE FRANSE HEFFINGEN IN GEDING DUIDELIJK ' ' RECHTEN EN HEFFINGEN ' ' IN DE ZIN VAN HET AANGEHAALDE ARTIKEL 33 ZIJN EN DE OMZET ALS GRONDSLAG HEBBEN . GENOEMD ARTIKEL ZOU UITDRUKKELIJK BEPALEN DAT DE LID-STATEN DEZE HEFFINGEN NIET MEER MOGEN INVOEREN OF HANDHAVEN . DE VRAAG OF DE BETROKKEN HEFFINGEN VAN FISCALE AARD ZIJN DAN WEL TOT DE SOCIALE ZEKERHEID BEHOREN , ZOU NIET RELEVANT ZIJN , AANGEZIEN HET HOE DAN OOK VERPLICHTE HEFFINGEN MET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING ZIJN .
11 ORGANIC BEKLEMTOONT VOOREERST DAT DE SOLIDARITEITSBIJDRAGE NIET VAN FISCALE AARD IS , EN VERVOLGT , DAT DE VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN EEN OMZETBELASTING , DIE IN DE HARMONISATIERICHTLIJNEN EN DE RECHTSPRAAK VAN HET HOF NAAR VOREN KOMEN , NIET ZIJN TERUG TE VINDEN BIJ EEN HEFFING ALS DE SOLIDARITEITSBIJDRAGE . DE IN DE GEMEENSCHAPSRICHTLIJNEN BEDOELDE OMZETBELASTING ZOU EEN ALGEMENE BELASTING OP TRANSACTIES ZIJN ; HET BELASTBARE FEIT IS DE VERKOOP VAN EEN GOED OF EEN DIENSTVERRICHTING , DE BELASTINGGRONDSLAG IS DE PRIJS VAN DE TRANSACTIE , EN DE BELASTING WORDT ONMIDDELLIJK DOORBEREKEND IN DE PRIJS VAN HET GOED OF VAN DE DIENST .
12 DE FRANSE REGERING VOERT OVEREENKOMSTIGE ARGUMENTEN AAN . ANDERS DAN DE OMZETBELASTING ZOU DE SOLIDARITEITSBIJDRAGE GEEN VERBRUIKSBELASTING ZIJN DIE EVENREDIG IS AAN DE PRIJS VAN GOEDEREN EN DIENSTEN , MAAR EEN JAARLIJKSE HEFFING OVER DE IN HET VOORGAANDE BOEKJAAR BEHAALDE OMZET NA BELASTING .
13 VOLGENS DE COMMISSIE MOET ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN WORDEN UITGELEGD IN DE CONTEXT VAN HET PROCES VAN HARMONISATIE VAN DE OMZETBELASTING , DAT MET DE IN 1967 VASTGESTELDE EERSTE RICHTLIJN TER ZAKE ( NR . 67/227 , PB 1967 , BLZ . 1301 ) IS BEGONNEN . VOLGENS DE CONSIDERANS VAN DE EERSTE RICHTLIJN MOET DEZE HARMONISATIE LEIDEN TOT AFSCHAFFING VAN DE CUMULATIEVE CASCADESTELSELS EN TOT AANVAARDING DOOR ALLE LID-STATEN VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL VAN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE . DE OMZETBELASTING DIE HET ONDERWERP VAN DE HARMONISATIERICHTLIJNEN IS , IS BIJGEVOLG EEN BELASTING OP HET GOEDEREN- EN DIENSTENVERKEER . DAARTOE BEHOORT NIET EEN SOCIALE-ZEKERHEIDSBIJDRAGE DIE BEREKEND WORDT OP DE GRONDSLAG VAN DE OMZET VAN EEN ONDERNEMING , MAAR DIE NIET OP DE TRANSACTIES DRUKT .
14 VOOREERST ZIJ OPGEMERKT DAT , ZOALS DE COMMISSIE TERECHT BEKLEMTOONT , DE DRAAGWIJDTE VAN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN MOET WORDEN BEPAALD NAAR DE FUNCTIE VAN DEZE BEPALING IN HET KADER VAN HET GEHARMONISEERDE STELSEL VAN OMZETBELASTING , DAT DE VORM HEEFT VAN EEN BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE .
15 VOLGENS ARTIKEL 2 VAN DE EERSTE RICHTLIJN BERUST HET GEMEENSCHAPPELIJK STELSEL OP HET BEGINSEL DAT VAN GOEDEREN EN DIENSTEN TOT EN MET DE KLEINHANDELSFASE EEN ALGEMENE VERBRUIKSBELASTING WORDT GEHEVEN WELKE STRIKT EVENREDIG IS AAN DE PRIJS VAN GOEDEREN EN DIENSTEN , ZULKS ONGEACHT HET AANTAL TRANSACTIES WELKE TIJDENS HET PRODUKTIE-EN DISTRIBUTIEPROCES VOOR DE FASE VAN HEFFING PLAATSVONDEN . BIJ ELKE TRANSACTIE IS DE BTW EVENWEL SLECHTS VERSCHULDIGD ONDER AFTREK VAN HET BEDRAG VAN DE BTW WAARMEE DE ONDERSCHEIDEN ELEMENTEN VAN DE PRIJS RECHTSTREEKS ZIJN BELAST . VOLGENS DE AFTREKREGELING VAN ARTIKEL 17 , LID 2 , VAN DE ZESDE RICHTLIJN MOGEN ALLEEN BELASTINGPLICHTIGEN DE REEDS VOORDIEN OP DE GOEDEREN GEHEVEN BTW IN MINDERING BRENGEN OP DE DOOR HEN VERSCHULDIGDE BTW .
16 ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN , DAT WELISWAAR DE LID-STATEN VRIJ LAAT OM BEPAALDE INDIRECTE BELASTINGEN ZOALS ACCIJNZEN TE HANDHAVEN OF IN TE VOEREN , MITS DEZE ' ' NIET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN ' ' , HEEFT TEN DOEL TE BELETTEN DAT DE WERKING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BTW-STELSEL IN GEVAAR WORDT GEBRACHT DOOR FISCALE MAATREGELEN VAN EEN LID-STAAT DIE HET GOEDEREN- EN DIENSTENVERKEER BELASTEN EN WAARDOOR HANDELSTRANSACTIES OP EEN ZELFDE WIJZE WORDEN GETROFFEN ALS DOOR DE BTW . DIT ARTIKEL KAN DERHALVE NIET TEN DOEL HEBBEN , DE LID-STATEN DE HANDHAVING OF INVOERING TE VERBIEDEN VAN RECHTEN OF HEFFINGEN DIE GEEN FISCAAL KARAKTER HEBBEN , MAAR DIE SPECIAAL ZIJN INGESTELD OM SOCIALE FONDSEN TE VOEDEN , BERUSTEN OP DE ACTIVITEIT VAN DE ONDERNEMINGEN OF VAN BEPAALDE CATEGORIEEN VAN ONDERNEMINGEN , EN WORDEN BEREKEND OP DE GRONDSLAG VAN DE TOTALE JAAROMZET , ZONDER DE PRIJS VAN GOEDEREN EN DIENSTEN RECHTSTREEKS TE BEINVLOEDEN .
17 MITSDIEN MOET OP DE GESTELDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT HET IN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN BEDOELDE BEGRIP ' ' RECHTEN EN HEFFINGEN DIE NIET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN ' ' , ALDUS MOET WORDEN UITGELEGD , DAT DAARONDER VALT EEN HEFFING MET EEN NIET-FISCAAL KARAKTER TEN LASTE VAN VENNOOTSCHAPPEN OF BEPAALDE CATEGORIEEN VAN VENNOOTSCHAPPEN EN TEN BEHOEVE VAN STELSELS VAN SOCIALE ZEKERHEID , WAARVAN DE HOOGTE WORDT VASTGESTELD OP DE GRONDSLAG VAN DE TOTALE JAAROMZET VAN DE ERAAN ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN .
KOSTEN
18 DE KOSTEN DOOR DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ( VIERDE KAMER ),
UITSPRAAK DOENDE OVER DE DOOR DE COUR D ' APPEL TE DOUAI BIJ ARREST VAN 29 NOVEMBER 1984 GESTELDE VRAAG , VERKLAART VOOR RECHT :
HET IN ARTIKEL 33 VAN DE ZESDE RICHTLIJN BEDOELDE BEGRIP ' ' RECHTEN EN HEFFINGEN DIE NIET HET KARAKTER VAN OMZETBELASTING BEZITTEN ' ' , MOET ALDUS WORDEN UITGELEGD , DAT DAARONDER VALT EEN HEFFING MET EEN NIET-FISCAAL KARAKTER , TEN LASTE VAN VENNOOTSCHAPPEN OF BEPAALDE CATEGORIEEN VAN VENNOOTSCHAPPEN EN TEN BEHOEVE VAN STELSELS VAN SOCIALE ZEKERHEID , WAARVAN DE HOOGTE WORDT VASTGESTELD OP DE GRONDSLAG VAN DE TOTALE JAAROMZET VAN DE ERAAN ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN .