ZaakC-193/04
Fazenda Pública
tegen
Organon Portuguesa - Produtos Químicos e Farmacêuticos Ldª
(verzoek van het Supremo Tribunal Administrativo om een prejudiciële beslissing)
„Indirecte belastingen op bijeenbrengen van kapitaal – Richtlijn 69/335/EEG – Overdracht van aandelen van vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 7 september 2006
Samenvatting van het arrest
Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Indirecte belastingen op bijeenbrengen van kapitaal – Kapitaalrecht geheven van kapitaalvennootschappen
(Richtlijn 69/335 van de Raad, art. 12, lid 1, sub a)
Richtlijn 69/335 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303, staat niet in de weg aan een nationale regeling die voor het opmaken van een notariële akte houdende vastlegging van een overdracht van aandelen die niet samenhangt met een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal, voorziet in notariskosten die forfaitair en/of op basis van de waarde van de overgedragen aandelen worden vastgesteld.
Een recht zoals die kosten valt immers onder de in artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 69/335 bepaalde afwijking, op grond waarvan een recht kan worden geheven in geval van overdracht van effecten, en de heffing ervan is dan ook niet in strijd met deze richtlijn. Aan deze conclusie wordt niet afgedaan door de omstandigheid dat het bedrag van die kosten rechtstreeks en zonder begrenzing stijgt naar rato van de waarde van de overgedragen aandelen, aangezien artikel 12, lid 1, sub a, van de richtlijn, door te bepalen dat de erin bedoelde rechten „al dan niet forfaitair [...]” zijn, de lidstaten de mogelijkheid biedt om het tarief daarvan vrij te bepalen.
(cf. punten 21-25 en dictum)
ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer)
7 september 2006 (*)
„Indirecte belastingen op bijeenbrengen van kapitaal – Richtlijn 69/335/EEG – Overdracht van aandelen van vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”
In zaak C-193/04,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) bij beslissing van 17 maart 2004, ingekomen bij het Hof op 26 april 2004, in de procedure
Fazenda Pública
tegen
Organon Portuguesa – Produtos Químicos e Farmacêuticos Lda,
in tegenwoordigheid van:
Ministério Público,
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE (Eerste kamer),
samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, N. Colneric, J. N. Cunha Rodrigues, E. Juhász (rapporteur) en E. Levits, rechters,
advocaat-generaal: C. Stix-Hackl,
griffier: M. Ferreira, hoofdadministrateur,
gezien de stukken en na de terechtzitting op 12 mei 2005,
gelet op de opmerkingen van:
– Organon Portuguesa – Produtos Químicos e Farmacêuticos Lda, vertegenwoordigd door I. Vieira, advogada,
– de Portugese regering, vertegenwoordigd door L. Fernandes en A. F. Ferreira als gemachtigden,
– de Duitse regering, vertegenwoordigd door A. Tiemann als gemachtigde,
– de Spaanse regering, vertegenwoordigd door F. Díez Moreno als gemachtigde,
– de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door L. Ström, G. Braga da Cruz en M. Afonso als gemachtigden,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1 Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de artikelen 4, lid 3, 10, sub c, en 12, lid 1, sub e, van richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 249, blz. 25), zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 (PB L 156, blz. 23; hierna: „richtlijn 69/335”).
2 Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Fazenda Pública (Schatkist) en de vennootschap Organon Portuguesa – Produtos Químicos e Farmacêuticos Lda (hierna: „Organon Portuguesa”) over de betaling van kosten voor het opmaken van een notariële akte waarbij een overdracht van aandelen is vastgelegd.
Het rechtskader
De gemeenschapsregeling
3 De eerste overweging van richtlijn 69/335 verwijst naar de doelstelling van het EEG-Verdrag, het vrije kapitaalverkeer te bevorderen met het oog op de totstandkoming van een economische unie waarvan de kenmerken overeenkomen met die van een binnenlandse markt.
4 In de tweede overweging van richtlijn 69/335 staat dat de thans in de lidstaten van kracht zijnde indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal leiden tot discriminaties, dubbele belastingheffing en ongelijkheden, die het vrije kapitaalverkeer hinderen en door een harmonisatie dienen te worden weggenomen.
5 Daartoe maken de zesde en de zevende overweging van richtlijn 69/335 gewag van de noodzaak om op het bijeenbrengen van kapitaal een recht toe te passen, dat slechts eenmaal kan worden geheven in de gemeenschappelijke markt, waarvan de hoogte in alle lidstaten gelijk dient te zijn en dat moet worden geharmoniseerd ter zake van de structuur en de percentages. Tot slot voorziet de achtste overweging van deze richtlijn in de afschaffing van alle andere indirecte belastingen die dezelfde kenmerken vertonen als dit uniforme kapitaalrecht.
6 Artikel 1 van richtlijn 69/335 bepaalt dat „[d]e lidstaten [...] een [...] geharmoniseerd recht op de inbreng in kapitaalvennootschappen [...] [heffen]”.
7 Artikel 4, lid 1, van richtlijn 69/335 noemt de verrichtingen die aan het kapitaalrecht zijn onderworpen. Deze verrichtingen betreffen in wezen ofwel de oprichting van een kapitaalvennootschap in de zin van deze richtlijn ofwel de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van een dergelijke vennootschap. Het derde lid van dit artikel luidt als volgt:
„Geen enkele wijziging in de akte van oprichting of de statuten van een kapitaalvennootschap kan worden aangemerkt als een oprichting in de zin van lid 1, sub a, en met name niet:
a) de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard;
b) de overbrenging, van een lidstaat naar een andere lidstaat, van de zetel van de werkelijke leiding of van de statutaire zetel van een vennootschap, vereniging of rechtspersoon die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze beide lidstaten als kapitaalvennootschap geldt;
c) de wijziging van het doel van een kapitaalvennootschap;
d) de verlenging van de duur van een kapitaalvennootschap.”
8 Artikel 10 van richtlijn 69/335 bepaalt:
„Behoudens het kapitaalrecht heffen de lidstaten met betrekking tot de op het maken van winst gerichte vennootschappen, verenigingen of rechtspersonen geen enkele andere belasting, in welke vorm ook, ter zake van:
a) de in artikel 4 bedoelde verrichtingen;
b) de inbreng, de leningen of de prestaties, verricht binnen het kader van de in artikel 4 bedoelde verrichtingen;
c) de inschrijving of elke andere formaliteit die een op het maken van winst gerichte vennootschap, vereniging of rechtspersoon vanwege haar rechtsvorm in acht moet nemen alvorens met haar werkzaamheden te kunnen beginnen.”
9 Artikel 11 van richtlijn 69/335 luidt:
„De lidstaten onderwerpen aan geen enkele belasting, in welke vorm ook:
a) het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbewijzen of andere soortgelijke effecten [...]
[...]”
10 Tot slot bepaalt artikel 12 van richtlijn 69/335:
„1. In afwijking van het in de artikelen 10 en 11 bepaalde kunnen door de lidstaten worden geheven:
a) al dan niet forfaitaire rechten op de overdrachten van effecten;
[...]
e) rechten met het karakter van een vergoeding;
[...]”
De nationale regeling
11 Volgens artikel 228, lid 1, van de Código das Sociedades Comerciais (Portugees wetboek handelsvennootschappen) en artikel 80, lid 2, sub h, van de Código do Notariado (Portugese notariswet), moet een overdracht van aandelen van een kapitaalvennootschap formeel worden vastgelegd bij notariële akte. De kosten voor het opmaken van die notariële akte worden vastgesteld overeenkomstig de Tabela de Emolumentos Notariais (tarief notariskosten), die is goedgekeurd bij besluit nr. 996/98 van 25 november 1998 (Diário da República I, serie B, nr. 273, van 25 november 1998; hierna: „Tabela”). Die kosten omvatten een vast bedrag (artikel 4 van de Tabela) en een variabel bedrag, dat wordt berekend over de totale waarde van de verrichting (artikel 5, lid 1, van de Tabela).
Het hoofdgeding en de prejudiciële vragen
12 Blijkens het dossier heeft Organon Portuguesa, een Portugese vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, en dus een kapitaalvennootschap in de zin van artikel 3, lid 1, sub a, van richtlijn 69/335, op 25 oktober 2001 in een notariskantoor te Lissabon een overdracht van aandelen doen vastleggen bij notariële akte. Deze overdracht hing niet samen met een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van die vennootschap.
13 Voor de door bovengenoemde regeling voorgeschreven opmaak van die notariële akte heeft Organon Portuguesa in totaal 2 557 150 PTE notariskosten moeten betalen, welk bedrag was berekend op de wijze als bepaald in die regeling.
14 Het Tribunal Tributário de Primeira Instância de Lisboa heeft het beroep van Organon Portuguesa tegen de berekening van die notariskosten gegrond verklaard. Tegen dit vonnis heeft Fazenda Pública hoger beroep ingesteld bij het Supremo Tribunal Administrativo, dat de behandeling van de zaak heeft geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen heeft gesteld:
„1) Vallen de kosten die in rekening zijn gebracht voor het opmaken van een authentiek geschrift met betrekking tot de overdracht van aandelen van een vennootschap binnen de werkingssfeer van artikel 4, lid 3, van richtlijn 69/335?
2) Is de regeling van artikel 5, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 3, sub c, van de Tabela [...], in de versie die ten tijde van de feiten van toepassing was, onverenigbaar met de artikelen 10, sub c, en 12, lid 1, sub e, van richtlijn 69/335 [...], voor zover daarin voor het opmaken van authentieke geschriften met betrekking tot de overdracht van aandelen is voorzien in kosten die uitsluitend worden vastgesteld op basis van de waarde van de overgedragen aandelen, zonder begrenzing van het bedrag en zonder dat rekening wordt gehouden met de waarde van de verrichte dienst?”
Beantwoording van de prejudiciële vragen
15 Met deze vragen, die samen moeten worden behandeld, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de bepalingen van richtlijn 69/335 in de weg staan aan een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die voor het opmaken van een notariële akte houdende vastlegging van een overdracht van aandelen die niet samenhangt met een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal, voorziet in notariskosten die uitsluitend worden vastgesteld op basis van de waarde van de overgedragen aandelen, zonder begrenzing van het bedrag en zonder dat rekening wordt gehouden met de waarde van de verrichte dienst.
16 Het Hof zal zich beperken tot het onderzoek van de bepalingen van richtlijn 69/335 die relevant zijn voor een nuttige beantwoording van de vragen van de verwijzende rechter.
17 Volgens vaste rechtspraak van het Hof zijn kosten die worden geïnd voor het opmaken van een notariële akte waarbij een onder richtlijn 69/335 vallende verrichting wordt vastgelegd, in het kader van een stelsel als in het hoofdgeding aan de orde is, dat als kenmerk heeft dat de notaris ambtenaar van de staat is en dat de kosten ten dele worden uitgekeerd aan de staat ter financiering van diens taken, een belasting in de zin van deze richtlijn (arresten van 29 september 1999, Modelo, C-56/98, Jurispr. blz. I-6427, punt 23, en 21 september 2000, Modelo, C-19/99, Jurispr. blz. I-7213, punt 23).
18 Artikel 11, sub a, van richtlijn 69/335 verbiedt elke belasting, in welke vorm ook, over het opmaken, de uitgifte, de toelating ter beurze, het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen, deelbewijzen of andere soortgelijke effecten, alsmede van certificaten van deze stukken, ongeacht door wie zij worden uitgegeven.
19 Die bepaling ziet dus ook op belastingen die worden gevorderd voor wezenlijke vormvoorschriften ter zake van de overdracht van aandelen, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde notariskosten.
20 Artikel 12 van richtlijn 69/335 voorziet evenwel in afwijkingen op het bepaalde in de artikelen 10 en 11. Zo geldt overeenkomstig artikel 12, lid 1, sub a, een afwijking voor „al dan niet forfaitaire rechten op de overdrachten van effecten”. Vaststaat dat de overdracht van aandelen onder het begrip overdracht van effecten valt.
21 Dienaangaande blijkt uit de rechtspraak van het Hof (arrest van 17 december 1998, Codan, C-236/97, Jurispr. blz. I-8679, punt 31, en beschikking van 5 februari 2004, SONAE Distribuição, C-357/02, niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 23), dat op grond van artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 69/335 een recht kan worden geheven in geval van overdracht van effecten, ongeacht of de vennootschap die deze effecten heeft uitgegeven, op een beurs is genoteerd, en of de overdracht geschiedt op de beurs dan wel rechtstreeks tussen de vervreemder en de verkrijger.
22 Bijgevolg valt een recht zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde notariskosten onder de in artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 69/335 bepaalde afwijking. De heffing ervan is dan ook niet in strijd met deze richtlijn.
23 Voorts wordt aan deze conclusie niet afgedaan door de omstandigheid dat het bedrag van die kosten rechtstreeks en zonder begrenzing stijgt naar rato van de waarde van de overgedragen aandelen (beschikking SONAE Distribuição, reeds aangehaald, punt 25).
24 Door te bepalen dat de erin bedoelde rechten „al dan niet forfaitair[...]” zijn, biedt artikel 12, lid 1, sub a, van richtlijn 69/335 de lidstaten immers de mogelijkheid om het tarief daarvan vrij te bepalen. Bovendien worden die rechten niet beschouwd als de financiële tegenprestatie voor een verrichte dienst, zodat het bedrag ervan geen verband hoeft te houden met de kosten van die dienst en de criteria die in de rechtspraak (zie met name arrest van 21 juni 2001, SONAE, C-206/99, Jurispr. blz. I-4679, punten 32-34 en aldaar aangehaalde rechtspraak) zijn geformuleerd om het onderscheid te maken tussen rechten met het karakter van een vergoeding in de zin van richtlijn 69/335 en rechten die dat niet zijn, daarop niet van toepassing zijn (beschikking SONAE Distribuição, reeds aangehaald, punten 26 en 27).
25 Gelet op het voorgaande dient op de gestelde vragen te worden geantwoord dat richtlijn 69/335 niet in de weg staat aan een nationale regeling die voor het opmaken van een notariële akte houdende vastlegging van een overdracht van aandelen die niet samenhangt met een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal, voorziet in notariskosten die forfaitair en/of op basis van de waarde van de overgedragen aandelen worden vastgesteld.
Kosten
26 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof van Justitie (Eerste kamer) verklaart voor recht:
Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985, staat niet in de weg aan een nationale regeling die voor het opmaken van een notariële akte houdende vastlegging van een overdracht van aandelen die niet samenhangt met een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal, voorziet in notariskosten die forfaitair en/of op basis van de waarde van de overgedragen aandelen worden vastgesteld.
ondertekeningen
* Procestaal: Portugees.