Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go





Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 15 april 2011 – Debiasi/Agenzia delle Entrate, Ufficio di Parma

(Zaak C-613/10)

„Prejudiciële verwijzing – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Vragen gesteld zonder voldoende precisering van juridische en feitelijke context – Kennelijke niet-ontvankelijkheid (Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 92, lid 1, en 103, lid 1) (cf. punten 19-32 en dictum)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Commissione tributaria provinciale di Parma – Uitlegging van artikel 13, A, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) – Aftrek van voorbelasting – Openbare of particuliere gezondheidsinrichtingen die een vrijgestelde activiteit verrichten – Nationale wettelijke regeling die de aftrek van de belasting op de aankoop van in het kader van die vrijgestelde activiteiten gebruikte goederen of diensten uitsluit

Dictum

Het door de Commissione tributaria provinciale di Parma (Italië) bij beslissing van 7 juli 2010 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.