12.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 331/8 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg (Duitsland) op 16 augustus 2011 — Katja Ettwein/Finanzamt Konstanz
(Zaak C-425/11)
2011/C 331/12
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Baden-Württemberg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Katja Ettwein
Verwerende partij: Finanzamt Konstanz
Prejudiciële vraag
Moet de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen van 21 juni 1999 (1) (BGBl. II 2001, 810 en volgende), die op 2 september door de Bundestag als wet is aangenomen (BGBl. II 2001, 810) en op 1 juni in werking is getreden („FZA” of „Overeenkomst inzake het vrije verkeer van personen”), in het bijzonder de artikelen 1, 2, 11, 16 en 21 alsmede de artikelen 9, 13 en 15 van bijlage I ervan, aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzet dat in Zwitserland levende echtgenoten waarvan alle belastbare inkomsten in de Bondsrepubliek Duitsland aan belasting zijn onderworpen, belastingheffing over hun gezamenlijke inkomen met inaanmerkingneming van de „splitting”-regeling wordt geweigerd?
(1) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten — Slotakte — Gemeenschappelijke verklaringen — Informatie betreffende de inwerkingtreding van de zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat in de sectoren vrij verkeer van personen, luchtvervoer en overlandvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische samenwerking, wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling en handel in landbouwproducten, PB L 114, blz. 6.