Available languages

Taxonomy tags

Info

References in this case

Share

Highlight in text

Go

28.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 320/23


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom (Verenigd Koninkrijk) op 5 augustus 2015 — Secretary of State for Work and Pensions/Tolley (overleden, procedure voorgezet door haar persoonlijke vertegenwoordiger)

(Zaak C-430/15)

(2015/C 320/32)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court of the United Kingdom

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Secretary of State for Work and Pensions

Verwerende partij: Tolley (overleden, procedure voorgezet door haar persoonlijke vertegenwoordiger)

Prejudiciële vragen

1)

Is het zorgbestanddeel van de onderhoudsuitkering voor gehandicapten (Disability Living Allowance; DLA) van het Verenigd Koninkrijk terecht gekwalificeerd als een invaliditeitsuitkering en niet als een prestatie bij ziekte in de zin van verordening nr. 1408/71 (1)?

2)

(i)

Is een persoon niet langer aan de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk onderworpen in de zin van artikel 13, lid 2, onder f), van verordening nr. 1408/71, wanneer die persoon volgens de nationale wetgeving van het Verenigd Koninkrijk niet langer recht heeft op de DLA van het Verenigd Koninkrijk, omdat zij is verhuisd naar een andere lidstaat om zich aldaar te vestigen en die persoon alvorens te verhuizen elke beroepswerkzaamheid heeft stopgezet, maar verzekerd blijft tegen het ouderdomsrisico op grond van het sociale zekerheidsstelsel van het Verenigd Koninkrijk?

(ii)

Blijft de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk hoe dan ook op die persoon van toepassing, gelet op punt 19, onder c), betreffende het Verenigd Koninkrijk, van bijlage VI bij de verordening?

(iii)

Indien de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk niet langer op haar van toepassing is in de zin van artikel 13, lid 2, onder f), is het Verenigd Koninkrijk dan op grond van punt 20 van bijlage VI verplicht om de bepalingen van hoofdstuk 1 van titel III van de verordening op haar toe te passen of is dit het Verenigd Koninkrijk louter toegestaan?

3)

(i)

Geldt voor de toepassing van de artikelen 19 tot en met 22 van de verordening de ruime definitie van „werknemer” uit [het arrest Dodl en Oberhollenzer (C-543/03)], indien de betrokkene elke beroepswerkzaamheid heeft stopgezet alvorens te verhuizen naar een andere lidstaat, niettegenstaande het onderscheid in hoofdstuk 1 van titel III tussen [Or. 14] werknemers en zelfstandigen, enerzijds, en werklozen, anderzijds?

(ii)

Indien deze definitie van toepassing is, heeft die persoon dan het recht om de uitkering mee te nemen op grond van artikel 19 of artikel 22? Wordt door artikel 22, lid 1, onder b), voorkomen dat het recht van een aanvrager op het zorgbestanddeel van de DLA teniet wordt gedaan door een in de nationale wetgeving opgelegd woonplaatsvereiste bij verplaatsing van de woonplaats naar een andere lidstaat?


(1)  Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).